VCHO, ProFri en NHG vragen om verduidelijking enkele regels 

Premier Mark Rutte heeft gesproken; de kogel is door de kerk. Vanaf 1 juni om 12.00 uur mag het zitgedeelte van cafetaria’s en restaurants weer open voor maximaal 30 eters ter plekke. Ook mogen de terrassen weer in gebruik worden genomen. Veel ondernemers waren zich al aan het voorbereiden; een groot deel hoopte op een eerdere datum dan 1 juni.

Het woord is nu aan de ondernemer: binnen de richtlijnen van het RIVM en eventuele regionale/plaatselijke verordeningen kan hij/zij aan de slag. De basisregels op het gebied van afstand, hygiëne en bescherming in het kort:

  • Alle aanwezigen: minimaal anderhalve meter onderlinge afstand;
  • Zitten aan een tafel is zowel binnen als buiten verplicht;
  • Naast de medewerkers, mogen maximaal 30 gasten tegelijk binnen zijn;
  • Reserveren vooraf: reserveren kan en mag ook aan de voordeur;
  • Voordat een gast naar binnen kan: een korte gezondheidscheck uitvoeren;
  • Alleen huishoudens mogen dicht bij elkaar zitten;
  • Afhalen en bezorging kan binnen afstands- en hygiëneregels doorgaan.

Onduidelijkheden

“Toch zijn er nog een paar onduidelijkheden,” aldus Frans van Rooij, woordvoerder namens de brancheorganisaties ProFri, VCHO en NHG. “Wij hebben daarom een aantal vragen sinds vanochtend opnieuw uitstaan bij het ministerie van economische zaken. Als we hierop antwoord hebben, maken we ons basisprotocol definitief.” Vragen die de drie organisaties stelden, gaan onder meer over het eventuele gebruik van schermen tussen tafels en de routing naar het toilet, waarbij het handhaven van de afstandsnorm problemen kan opleveren.

Andere vragen die nog openstaan:

  • Komen er standaardvragen om de gezondheidstoestand van gasten te peilen?
  • Moeten de vragen ook gesteld worden aan een terrasgast die naar het toilet wil?
  • Geldt een niet-samenwonend stelletje als één huishouden?

Van Rooij: “Het begrip huishouden is bij een gezin meestal snel duidelijk, maar bij een ’stelletje’ is dit niet altijd het geval.”

De drie vakorganisaties hopen hun achterban zo snel mogelijk van de antwoorden en het totale basisprotocol te kunnen voorzien.