ProFri kritisch over verstrekken vergunning voor friet-standplaats: “Juist in deze tijd bestaande horeca beschermen”

Vakvereniging ProFri roept gemeenten op kritischer te zijn bij de verstrekking van vergunningen voor tijdelijke en/of mobiele foodverkopers via foodtrucks en standplaatsen. “Aangezien de lasten voor foodtruck-exploitanten doorgaans lager zijn, is veelal sprake van oneerlijke concurrentie ten opzichte van vast gevestigde horeca, zoals frituurspeciaalzaken. Juist nu ligt dit extra gevoelig vanwege de coronacrisis,” aldus ProFri.

In het verleden is het vaker voorgekomen dat cafetariahouders en andere horecaondernemers onaangenaam zijn verrast doordat plotseling een foodtruck of kraam opdook bij hun bedrijf. Onlangs gebeurde iets dergelijks in Halsteren, waar een oliebollenbakker van de kermis neerstreek en vanuit een houten kot friet verkoopt, op enkele honderden meters van een inpandige cafetaria.

Raadsvragen

Nadat een raadslid van de lokale partij GBWP vragen over de kwestie stelde aan de burgemeester van Bergen op Zoom, waar Halsteren onder valt, trok deze kwestie ook landelijk de aandacht via een item bij omroep POW. De gemeente Bergen op Zoom liet hierop weten dat een vergunning niet geweigerd kan worden: in de Algemeen Plaatselijke Verordening, de zogenaamde APV, is namelijk opgenomen dat Halsteren plek heeft voor maximaal vier tijdelijke standplaatsen.

Facebook

Plaatselijke ondernemers lieten via Facebook weten woedend en verdrietig te zijn; door de coronacrisis moeten zij alle zeilen bijzetten om omzet te behalen; een plotseling opduikende nieuwe concurrent helpt daarbij niet, zo laten zij weten. De vergunning in Halsteren is naar verluidt voorlopig voor drie maanden verstrekt.

Meldingen van deze en andere vormen van oneerlijk geachte concurrentie, kunnen gedaan worden via meldpuntoneerlijkeconcurrentiehoreca.nl, de speciale website van ProFri en andere organisaties.